Willemspolder fase 1: wat eraan voorafging

Grondboringen Willemspolder fase 1 IJzendoorn
Sinds april 2023 is Dekker gestart met de omvorming van het projectgebied Willemspolder fase 1 tot een waterrijk natuurgebied. Een omvangrijk project waarbij Dekker grondstoffen voor de bouw wint, natuur, recreatie en duurzame bedrijvigheid ontwikkelt in de uiterwaarden langs de Waal en zorgt voor een waterstandsdaling bij hoogwater.  Tja, hoe kom je tot zo’n plan waarbij je rekening moet houden met heel veel aspecten?

Projectleider Toon van Mierlo van Dekker is de afgelopen 4 jaar druk bezig geweest met planvorming, het inzichtelijk maken van effecten op het milieu (MER) en met het vergunningentraject. Het plan is al veel ouder. “In 2006 lag er al een integrale visie voor dit gebied, maar door de krediet- en bouwcrisis ging het plan een tijd de ijskast in”, aldus Van Mierlo. “Deze visie was in grote lijnen het basisplan dat we hebben doorontwikkeld tot wat nu wordt gerealiseerd.” Daarvoor heeft Van Mierlo een team van specialisten – toppers op hun vakgebied – aan het werk gezet om te onderzoeken wat wel en niet mogelijk was gezien de bodem, het water, de rivier, de natuur, het landschap en de leefomgeving. Door alles goed in kaart te brengen, en de uitkomsten integraal af te wegen, is een uitgebalanceerd plan ontstaan.

Doelen Willemspolder fase 1 bij IJzendoorn

Windmolens schrappen

Tijdens dit intensieve onderzoekstraject – zie het kader voor meer informatie over de onderzoeken – had Dekker steeds afstemming met alle belanghebbenden. Hiervoor is sinds 2015 een klankbordgroep actief waarin belanghebbenden zoals omwonenden, agrariërs en recreanten vertegenwoordigd zijn. Daarnaast heeft Dekker tijdens de vele informatiebijeenkomsten de wijde omgeving geïnformeerd. Ook onderhield Dekker intensief contact met de bestuurders, beleidsmakers en ambtenaren van de overheid: Rijkswaterstaat, provincie Gelderland, Waterschap Rivierenland en gemeente Neder-Betuwe. “Deze afstemming met alle belanghebbenden leidde uiteindelijk tot een beter en gedragen plan”, zo kijkt Van Mierlo terug. “We pasten de recreatieve inrichting aan, schrapten de windmolens uit het plan, kozen voor transport per schip en besloten om voor de herinrichting alleen grond van binnen het project te gebruiken.”

Planning Willemspolder fase 1

Eerste schop de grond in

Met een harmonieus landschapsplan op basis van het MER heeft Van Mierlo in 2021 een wijziging van het bestemmingsplan en alle benodigde vergunningen aangevraagd. Alle aanvullende vragen van de betrokken ambtenaren heeft hij beantwoord om te komen tot ‘ontvankelijke aanvragen’, zoals dat heet. In 2022 zijn het bestemmingsplan en de vergunningen uiteindelijk definitief afgegeven. In 2023 kon dan eindelijk de eerste schop in de grond om de bovengrond te verwijderen en klei te winnen. Sinds de zomer is ook de elektrische zandwininstallatie actief in het gebied. Een kroon op alle inspanningen van de afgelopen 4 jaar.

zandwinning Willemspolder fase 1 IJzendoorn 2023

“Je moet lange adem hebben”

Van Mierlo krijgt terug op een intensieve tijd. “De procedures zijn taai en je moet een lange adem hebben. Uiteindelijk krijg je daar een prachtig project voor terug dat naast kostbare bouwgrondstoffen een natuurlijk, veilig en duurzaam riviergebied in Willemspolder fase 1 oplevert.” En daar doet hij het voor.

De onderzoeken

Een team van specialisten heeft onderzocht wat wel en niet mogelijk was gezien de bodem, het water, de rivier, de natuur, de cultuurhistorie, het landschap en de leefomgeving. Wat dat allemaal inhield,  kun je hieronder lezen.

Bodem

Grondstromen

Onderzoek: Grondbalans
Specialist: Buro Meet
Hoe en wat: Alle grondstromen zijn in beeld gebracht: wat moet er worden ontgraven en hoeveel moet er weer worden aangevuld. Op basis daarvan is bepaald hoeveel bouwgrondstoffen we kunnen afvoeren. Om een tekort op te grondbalans aan te vullen wordt ophoogzand uit de Oostplas gewonnen om het landschapsplan te kunnen maken.

Milieukwaliteit

Onderzoek: Milieukundige kwaliteit van de (water)bodem
Specialist: Sweco
Hoe en wat: Door middel van grondboringen zijn grondmonsters genomen. Die zijn in een laboratorium onderzocht op verontreinigingen die in de (water)bodem kunnen voorkomen. Bijvoorbeeld zware metalen en PFAS. Op basis daarvan is bepaald of de bodem na ontgraving weer kan worden toegepast.

Talud- stabiliteit

Onderzoek: Opbouw en stabiliteit van de bodem
Specialist: Fugro
Hoe en wat: Met diepe grondboringen en sonderingen – daarvoor duwt men een stalen pin de grond in om de weerstand van de bodem te meten –  is de opbouw van de bodemlagen in beeld gebracht. Op de grondmonsters zijn proeven gedaan om het gedrag ervan te bepalen. Bijvoorbeeld schuift het makkelijk of is het goed samen te persen? Op basis van berekening bepalen we de hellingshoek waarop we kunnen ontgraven.

Water

Rivierkunde

Onderzoek: Effecten op stroming, opstuwing en gedrag van de bodem van de rivier
Specialist: De Joode / AHA / Riquest
Hoe en wat: De doorstroombaarheid van de uiterwaard wordt berekend met een rivierkundig computermodel van Rijkswaterstaat. De huidige situatie is vergeleken met het gewenste landschapsplan en getoetst aan een rivierkundig beoordelingskader. Zo is onderzocht of de rivier niet teveel stijgt bij hoogwater en of er geen problemen bij laagwater optreden. Ook zijn mogelijke effecten voor de scheepvaart bekeken, zoals aanzanding of dwarsstroming in de vaargeul.

Grondwater

Onderzoek: Beïnvloeding van de grondwaterstand
Specialist: Fugro
Hoe en wat: De effecten van de ontgronding zijn bepaald aan de hand van de bodemopbouw (zie Opbouw en stabiliteit van de bodem) en een grondwatermodel van waterschap Rivierenland. Dit computermodel laat zien of er verdroging of vernatting optreedt in verschillende situaties. Dit tijdens en na de uitvoering en bij gemiddeld, hoog- en laagwater.

Waterkering

Onderzoek: Effecten op de primaire waterkering (winterdijk)
Specialist: Fugro
Hoe en wat: Dit onderzoek is een vervolg op het onderzoek naar taludstabiliteit. Met verschillende formules is berekend of de winterdijk in de tijdelijke situatie en na inrichting stabiel blijft.

Natuur

Natura 2000

Onderzoek: Effecten op beschermd natuurgebied (passende beoordeling)
Specialist: Sovon
Hoe en wat: Door middel van bureaustudie, veldbezoeken, tellingen van watervogels  en expert judgement zijn mogelijke effecten op het beschermde natuurgebied ‘Rijntakken’ in beeld gebracht. Voor ‘significante’ effecten zijn voorstellen gedaan om het landschapsplan zo aan te passen dat die effecten niet gaan optreden.

Natura 2000

Onderzoek: Uitstoot en neerslag van stikstof op beschermde natuurgebieden
Specialist: LBP / Sight
Hoe en wat: Op basis van kentalen is bepaald hoeveel stikstof het bouwmaterieel uitstoot. Het elektrisch winmaterieel stoot geen stikstof uit, het grondverzetmaterieel wel. Met het computermodel Aerius is berekend hoeveel daarvan op stikstofgevoelige natuur terecht kan komen. Door agrarisch gebied in natuur om te zetten kan worden gecompenseerd.

Beschermde soorten

Onderzoek: Effecten op beschermde planten en dieren
Specialist: Kurstjes Ecologisch Adviesbureau
Hoe en wat: Een ecoloog heeft met veldbezoeken in verschillende seizoenen het voorkomen van beschermde planten en dieren in het gebied vastgesteld. Op basis daarvan is een ecologisch werkprotocol opgesteld om tijdens de werkzaamheden rekening te houden met de soorten.

Ecologische waterkwaliteit

Onderzoek: Effecten op het onderwaterleven
Specialist: Kurstjes Ecologisch Adviesbureau
Hoe en wat: Aanvullend advies over de omgang met het leven onderwater. Bijzondere aandacht voor vissen die in stromend water leven bij het ontwerp van de stromende geul door de polder.

Natuurnetwerk Nederland

Onderzoek: Effecten op het Gelders natuurnetwerk en de groene ontwikkelingszone
Specialist: Sovon
Hoe en wat:

Aan de hand van een bureaustudie en expert judgement zijn de effecten zijn op het natuurnetwerk in kaart gebracht. Hiervoor is het landschapsplan vergeleken met kaartbestanden van het natuurnetwerk, natuurbeheertypen, de groene ontwikkelingszone en ganzenrustgebieden.

Ook zijn het ecologisch onderzoek naar soorten en de telling van watervogels betrokken bij de beoordeling.

Waar sprake is van verlies van oppervlakte natuurnetwerk is dat gecompenseerd met de aanleg van nieuwe natuur.

Landschap

Landschap

Onderzoek: Opbouw en structuur van het landschap
Specialist: Jan Bruyn Landschapsarchitectuur
Hoe en wat: Analyse van de landschapsstructuur: hoe heeft het landschap zich door de eeuwen heen gevormd, wat is daar nog zichtbaar van en hoe kan het landschapsplan hierop inspelen. Dit is gedaan op basis van analyse van historische kaarten, bodemopbouw van de ondergrond en veldinventarisatie van bijzondere landschapselementen.

Cultuurhistorie

Onderzoek: Cultuurhistorische waarde van het landschap
Specialist: RAAP
Hoe en wat: Beschrijving van de cultuurhistorische waarden van het gebied op basis van historische bronnen. Daarbij komen onder andere de periode voor de bedijking, het kasteel van IJzendoorn, de strijd tegen het water, de Spanjaarden tijdens de 80-jarige oorlog, baksteenindustrie en zandwinning aan de orde.

Archeologie

Onderzoek: Bureau en veldonderzoek naar archeologische waarden in de bodem
Specialist: ADC Archeoprojecten
Hoe en wat: Met bureaustudie, boringen en proefsleuven zijn de archeologische waarden in kaart gebracht en in het veld nader onderzocht. Daarbij is een voormalige woning in de uiterwaard opgegraven, maar daar was weinig meer van over dan puin. Het gebied waar we gaan graven kon worden vrijgegeven.

Leefomgeving

Geluid

Onderzoek: Invloed van geluidsbronnen op gevoelige bestemmingen
Specialist: LBP / Sight
Hoe en wat: Op basis van bronmetingen en kentallen is de geluidsproductie van het bouwmaterieel bepaald. Dat zijn grondverzetmachines zoals een kraan, shovel, vrachtwagen en het winmaterieel: zandzuiger Emmy en klasseerinstallatie Yvonne. In een computermodel is de geluidsbelasting hiervan op omliggende woningen berekend en getoetst aan de normen voor verlening van een milieuvergunning.

Laagfrequent geluid en trillingen

Onderzoek: Invloed van trillingsbronnen op gevoelige bestemmingen
Specialist: LBP / Sight
Hoe en wat: Als aanvulling op het geluidsonderzoek is onderzocht of zandzuiger Emmy en klasseerinstallatie Yvonne trillingen veroorzaken. Op basis van de opbouw van de installatie en praktijkervaring bij vorige projecten hoeft daarvoor niet te worden gevreesd. Er is voldaan aan de zogenaamde vercammen-curve, een maatstaf om deze vorm van trilling te beoordelen.

Luchtkwaliteit

Onderzoek: Uitstoot fijnstof en stikstofdioxide naar de lucht
Specialist: LBP / Sight
Hoe en wat: Verbrandingsmotoren van het bouwmaterieel stoten fijnstof en stikstofoxiden uit. Op basis van kengetallen en berekeningen is de uitstoot naar de lucht bepaald en vastgesteld dat deze ‘niet in betekenende mate’ is, zoals dat heet.

Externe veiligheid

Onderzoek: Invloed van procesinstallaties op de veiligheid van derden
Specialist: LBP / Sight
Hoe en wat: Aan bepaalde installaties, zoals bij de productie en opslag van waterstof, zijn veiligheidsrisico’s verbonden. Deze zijn op basis van berekeningen in kaart gebracht waarbij een risico-contour is bepaald. Daarbuiten is het risico voor derden aanvaardbaar.

Externe veiligheid

Onderzoek: Niet gesprongen explosieven (NGE)
Hoe en wat: Het NGE onderzoek is niet nodig voor MER en de vergunningen. Het is wel uitgevoerd, uit oogpunt van veiligheid en arbeidsomstandigheden (ARBO).

Externe veiligheid

Onderzoek: Invloed van windturbines op de veiligheid van derden
Specialist: Pondera Consult
Hoe en wat: Ook aan windmolens kunnen veiligheidsrisico’s voor de omgeving verbonden zijn. Bijvoorbeeld als een rotor zou afbreken of als er ijs afvalt. Met kentallen, berekeningen en met expert judgement zijn de risico’s in kaart gebracht en getoetst aan de normen.

Slagschaduw

Onderzoek: Invloed van slagschaduw door windturbines
Specialist: LBP / Sight
Hoe en wat:

Met speciale software zijn slagschaduws van windmolens bij gevoelige bestemmingen in beeld gebracht.

In sommige gevallen worden winmolens dan even stilgezet. Dat bleek hier niet nodig.

De windmolens zijn om andere redenen uit het plan geschrapt.