Omvorming grasland naar bestuiversparadijs

bestuiversparadijs willemspolder fase 1<br />

Wie naar de heemtuin rond het kantoor van Dekker Groep kijkt, krijgt een blik op de toekomst van de aangrenzende polder. In Willemspolder fase 1 gaat het agrarische landschap plaatsmaken voor echte riviernatuur. Dekker start met deze omvorming in het gebied rond de 2 poelen die in de volksmond de eerste en tweede run heten. Het gebied, 10 hectaren groot, wordt een bestuiversparadijs voor hommels, bijen, vlinders en andere insecten. Hier krijgen kruiden en fauna al volop de ruimte.

De Vlinderstichting en de branchevereniging Cascade hebben een routekaart ontwikkeld om de biodiversiteit in herinrichtingslocaties actief vooruit te helpen. Met deze leidraad gaat Dekker de komende jaren aan de slag in Willemspolder fase 1. Verschraling van de grond en verrijking van flora zijn belangrijke pijlers. Het maaibeleid wordt erop afgestemd en de begrazing wordt teruggebracht naar maximaal 2 dieren per hectare. Dekker helpt de natuur een handje door zaden die de heemtuin voortbrengt in het toekomstige bestuiversparadijs te verspreiden. Dat gebeurt door het op tijd afvangen van de heemtuinzaden en het gehakselde maaisel te hergebruiken. En indien nodig kan de grasmat verwijderd en een inheems kruidenmengsel ingezaaid worden, al heeft een ‘spontane’ ontwikkeling de voorkeur.

Bestuiversparadijs in de Willemspolder fase 1

Nulmeting bestuiversparadijs

Onlangs zijn alle planten- en diersoorten in het aangewezen gebied geteld om de bestaande situatie -voor de nulmeting – in kaart te brengen. De heemtuin die inmiddels al 10 jaar bestaat, wordt als referentie gebruikt. Daarvan weten we namelijk precies wat er groeit en bloeit. Drie keer per jaar bekijkt en registreert een ecoloog van de Van Ginkelgroep de vooruitgang en geeft Dekker advies voor het beheer ervan. De toekomstverwachting voor de heemvegetatie is stabiel positief, de kruidenrijkdom blijft hoog. Hier is al een waar bestuiversparadijs ontstaan. Nu gaan we de uitdaging aan om dit richting de polder uit te breiden.

Ontwikkeling monitoren

Om de ontwikkeling van het bestuiversparadijs te monitoren, gebruikt Dekker de Nectarindex van Floron. Op vier plekken monitoren we een strook van 100 meter waarbij we om de 10 meter de verschillende soorten vegetatie en de nectarproductie vastleggen. Waar mogelijk maken we ook gebruik van een kwartiertelling: per locatie worden in een tijdsbestek van 15 minuten alle insecten met een app geïdentificeerd en genoteerd. Door deze tellingen (langdurig) te herhalen kunnen we de ontwikkeling van het bestuiverslandschap volgen. De data worden op Europees niveau verzameld, zodat locaties met andere locaties of met landelijke trends vergeleken kunnen worden.

De nulmeting geeft een goed startpunt. De referentielocatie, de heemtuin, heeft een nectarindex van 4 en er zijn 46 soorten gedetermineerd. Op de andere locaties zijn rond de 20 soorten geteld, met een nectarindex van 1-2. De komende tijd worden de plannen verder uitgewerkt en afspraken over het beheer en verdere monitoring met samenwerkingspartners in de omgeving gemaakt.

heemtuin Dekker Groep Willemspolder fase 1

Patrijzenhagen

In dit noordoostelijk deel van Willemspolder fase 1 gaat geen zandwinning plaatsvinden waardoor we het nu al kunnen gaan aanpakken. Op hoofdlijnen zijn het landschapsinrichtingsplan, het uitvoeringsplan en het beheerplan hierop al ingesteld. Deze voorzien onder andere in de realisatie van riviernatuur met kruiden- en faunarijk grasland, hard- en zachthout ooibos, een bloemdijk en een dynamische oeverwal. Binnen het kader van deze plannen is nog ruimte voor maatwerk om de bestuiversmaatregelen beter uit de verf te laten komen. Zo kunnen nog reliëf en ruigtes toegevoegd worden. Maatregelen als keverbanken, partijzenhagen, insectenrijk grasland en bloemblokken zijn ook denkbaar.

De eerste stap

We kijken ernaar uit om het bestuiversparadijs in Willemspolder fase 1 stapsgewijs uit te breiden en tot bloei te brengen. We gaan de komende zes jaar twee keer per jaar maaien en het maaisel afvoeren. De kans is groot dat soorten waarvan het zaad nog aanwezig is zich spontaan gaan vestigen. Na deze periode van verschraling winnen we advies in om te bepalen of bepaalde soorten extra gaan zaaien.