Duurzaam grondgebruik in de Willemspolder: Dekker in gesprek met pachters en omwonenden

Willemspolder
Gewasbeschermingsmiddelen, de officiële term voor bestrijdingsmiddelen, zijn een belangrijk onderwerp in de landbouw. Ze beschermen gewassen tegen ziekten en plagen, maar kunnen ook impact hebben op de omgeving en de volksgezondheid. Dit is een actueel thema in de Willemspolder, waar Dekker samen met pachters en omwonenden kijkt naar duurzame alternatieven.


Uitkomsten van de Pachterslunch

Tijdens de recente pachterslunch in Willemspolder werd het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen uitgebreid besproken. Dekker heeft in de pachtovereenkomsten een verbod op glyfosaat opgenomen. Deze maatregel die aanvankelijk op weerstand stuitte, wordt inmiddels breed gedragen door de pachters.

Daarnaast gaven de grondgebruikers aan dat niet alle spuitactiviteiten gewasbeschermingsmiddelen betreffen. Kunstmest wordt bijvoorbeeld steeds vaker gespoten, omdat dit een aanzienlijk lagere CO2-uitstoot heeft. Dit onderstreept hoe complex en gelaagd het debat over gewasbeschermingsmiddelen is.

Dekker heeft pachters gevraagd om met ideeën te komen voor duurzame teelten en methoden die minder of geen gewasbeschermingsmiddelen vereisen. Om deze initiatieven te ondersteunen, wordt overwogen om de pachtprijs te verlagen voor boeren die hierin stappen zetten. Dit sluit aan bij Dekkers MVO-beleid, waarin verantwoord grondgebruik centraal staat.

Jobbien Mol en Toon van Mierlo

Jobbien Mol en Toon van Mierlo

De impact van gewasbeschermingsmiddelen

Voor Jobbien Mol, omwonende in Echteld, is dit onderwerp persoonlijk. Haar vader en oom, beiden akkerbouwers, overleden op jonge leeftijd aan acute pancreatitis. Later werd een verband aangetoond tussen deze ziekte en het gebruik van parathion, een gewasbeschermingsmiddel dat destijds veel werd toegepast, maar inmiddels in de hele EU verboden is. Jobbien is sindsdien pleitbezorger voor een zorgvuldige omgang met gewasbeschermingsmiddelen.

Hoewel zij de stap van Dekker om glyfosaat te verbieden toejuicht, hoopt ze vooral dat boeren intrinsiek gemotiveerd raken om duurzamer te werken. “Er is nog een wereld te winnen,” stelt ze.

 

Praktische uitvoering

Toon van Mierlo, projectleider Willemspolder Fase 1, schetst de uitdaging. “We willen onze verantwoordelijkheid nemen binnen ons MVO-beleid, maar we opereren binnen een systeem van agrariërs, subsidies en concurrentie. Hoe doe je dat goed en waar ligt de grens?”

Een voorbeeld hiervan is een incident dat Jobbien signaleerde: een agrariër spoot in het winterbed van de rivier, een gebied dat van groot belang is voor de drinkwatervoorziening. “Dit kan toch niet zijn wat we willen? Dit is de drinkvoorraad van ons,” benadrukt Jobbien. Drinkwaterbedrijven luiden de noodklok over zowel de kwaliteit als de kwantiteit van het beschikbare drinkwater.

 

Op zoek naar praktische oplossingen

Dekker zoekt naar manieren om agrariërs te stimuleren om duurzamer te werken, zonder hen te dwingen. “Wat je wil, is dat boeren dit zelf willen. Dan is er veel meer draagvlak en is handhaving niet nodig,” aldus Jobbien.

Toon voegt toe: “Wij zijn gebiedsontwikkelaars, geen boeren. Dus wij kunnen kaders stellen in de pachtcontracten, maar het initiatief moet van de boeren zelf komen. We belonen mensen die het goed doen, bijvoorbeeld met een lagere pachtprijs. Maar de vraag is: wie pakt de handschoen op?”

 

Een complex samenspel

De agrarische sector is sterk afhankelijk van subsidies en regelgeving. “Alles wordt drie keer doorgerekend: pacht, gemeenschappelijk landbouwbeleid, subsidies, mestboekhouding. Als we iets veranderen, moeten we goed kijken of we binnen de financiële grenzen blijven,” legt Toon uit.

Toch is er beweging: “De maatschappelijke tendens is er, we zitten in de uiterwaarden, het is een Natura 2000-gebied. Dan moeten we hier iets mee doen.”

Dekker blijft werken aan duurzaam grondgebruik, zowel via overleg met pachters als door intern te onderzoeken hoe de gronden duurzamer benut kunnen worden voordat ze ontwikkeld worden.

 

Conclusie

Dekker zet concrete stappen naar duurzamer grondgebruik, met oog voor de belangen van pachters, omwonenden en de leefomgeving. “Iedereen wil een toekomst,” zegt Toon. Door samen te werken met pachters en hen te ondersteunen in duurzamer grondgebruik, kan de Willemspolder een voorbeeld worden van landbouw in balans met natuur en gezondheid.