Drijvend zonnepark biedt kansen voor meer waterleven

Willemspolder in WO II

Drijvende zonneparken, die uitkomst bieden in de grote vraag naar ruimte voor duurzame energie, bieden samen met drijvende eilandjes en bio-hutten interessante kansen voor meer natuurleven in een zandwinplas.

Dat is een van de conclusies uit onderzoek van biologe Anne Beune. Zij studeerde bij Dekker Groep af met onderzoek naar de vraag hoe drijvende zonnepanelen kunnen bijdragen aan het waterleven in zandwinplassen. Voor haar onderzoek gebruikte zij ook een rekenmodel om het verwachte effect van zonneparken, drijvende eilandjes en bio-hutten op waterkwaliteit en waterleven te beoordelen.

Drijvend zonnepark en waterkwaliteit

Drijvende zonneparken worden al op verschillende van onze zandwinplassen aangelegd. Op de Bomhofsplas bij Zwolle liggen ze al. En straks ook op de oostplas in de Willemspolder in IJzendoorn. 

Wat gebeurt er na verloop van tijd met temperatuur, concentraties nutriënten of met de kansen voor de wind om het water te mengen, als je aan je plas oppervlaktes zonnepark, drijvend eiland en bio-hut toevoegt?

Anne stopte data over de Oostplas in het rekenmodel voor watermanagers PCLake+: wateroppervlak, diepte, gemiddelde neerslag, windstrijklengte, sedimentsamenstelling, nutriëntenconcentraties en watertemperatuur en rekende dat door.

Meer oppervlak en oeverrand 

Het model berekende voor waterkwaliteit zoals temperatuur en samenstelling slechts kleine verschillen tussen wel of geen drijvend zonnepark. Met drijvende vegetatie-eilandjes erbij worden de verschillen iets groter: die hebben een positief effect op de diepere waterlaag met een afname van nutriënten en explosieve toename in chlorofyl-A, een bioindicator voor waterplanten.  

Voor de hábitat die een zandwinplas biedt voor de natuur, kunnen drijvende structuren groot verschil maken. Die wordt flink groter en diverser worden door zonnepanelen, drijvende vegetatie en bio-hutten. Dat biedt kansen voor meer soorten en aantallen, verwacht Beune op basis van bestaande waarnemingen.

Interactie dieren en drijvende structuren

Mosselen kleven zich vast aan drijvende zonneparken en vogels zitten erop. Jonge visjes schuilen en voeden zich in bio-hutten van gaas met daarin substraat die je onder zonnepanelen kunt hangen, zoals in Zwolle is gedaan.

Re-enacters in Willemspolder steken waal over

Drijvende vegetatie-eilanden langs de randen van een drijvend zonnepark bieden meer groen oppervlakte voor broedende vogels en insecten. Ook vergroten ze de hoeveelheid ‘oeverzone’, die in zandwinplassen nou precies de zone blijkt waar het aanwezige natuurleven graag zit. Drijvend groen maskeert bovendien de aanblik van de zonnepanelen zodat de voorbijganger de natuur beleeft.

Meer onderzoek, meer inzicht

Monitoring en metingen uit vervolgonderzoeken zouden de voorspellende waarde van de modelberekeningen verbeteren, denkt Beune. Worden drijvende eilandjes bijvoorbeeld zelf geen nutriëntenbron door afstervende biomassa? En kiezen vogels het liefst de drijvende eilandjes of de zonnepanelen om op te broeden?

Wat Beune betreft zou de functie ‘drijvend zonnepark’ ingebouwd moeten worden in het model PCLake+, waarmee watermanagers voorspellen wat de invloed van ingrepen is op waterkwaliteit. Dat geeft initiatiefnemers en vergunningverleners vooraf inzicht in de effecten van een drijvend zonnepark en wat passende maatregelen zijn.

Foto biohut van Ecocean. Foto: Ecocean